Gentherapie
Ziekte van Pompe
Gentherapie
Ziekte van Pompe
Simone Leeuwenkamp
Auteur
Start-up voor gentherapie bij de ziekte van Pompe. Door de samenwerking met het Erasmus MC en de start-up LentiCure zet het Prinses Beatrix Spierfonds een nieuwe stap. Doel is een gentherapie tegen de ziekte van Pompe.
‘Nu we in het laboratorium hebben gezien dat onze gentherapie werkt tegen de ziekte van Pompe, gaan we die voor het eerst testen bij mensen met de ziekte,’ vertelt onderzoeker Pim Pijnappel. In mei van dit jaar is hij benoemd tot hoogleraar cel- en gentherapie aan het Erasmus MC. Hij legt uit hoeveel stappen nog moeten worden doorlopen voordat de eerste patiënt in zijn onderzoek de eenmalige behandeling krijgt die de spierziekte tot stilstand moet brengen. ‘Vergunningen aanvragen, geld bij elkaar schrapen, de studie ontwerpen, bepalen welke effecten we gaan meten, rekening houden met veiligheidscriteria en er een product van maken dat aan alle eisen voldoet voordat we het aan patiënten geven.’
De kennis en de patiënten heeft het Erasmus MC al in huis, maar de gentherapie op de markt brengen is een ander verhaal. ‘Dat is een complex proces, waar veel bij komt kijken en waar veel geld voor nodig is. En als ons onderzoek slaagt, willen we de therapie zo snel mogelijk tegen een betaalbare prijs beschikbaar stellen voor zoveel mogelijk patiënten. Omdat we daar als onderzoekers geen ervaring mee hebben, is LentiCure opgericht.’
Directeur Dirk van Asseldonk van LentiCure noemt zichzelf een bruggenbouwer. ‘Na twintig jaar ondernemerschap in traditionele bedrijven ben ik sterk gemotiveerd om het bedrijfsmodel voor medicijnontwikkeling te veranderen. In plaats van een bedrijf met aandeelhouders die minstens twintig keer hun inleg verwachten terug te krijgen, willen we met publieke financiering een therapie realiseren met een maatschappelijk verantwoorde prijs.’
Hij ziet LentiCure als een onmisbare schakel in de verdere ontwikkeling van de gentherapie voor de ziekte van Pompe. ‘Om er over twee jaar de eerste patiënt mee te kunnen behandelen, moet het productieproces aan allerlei kwaliteitseisen voldoen op het gebied van veiligheid, effectmeting, productcontrole en regelgeving. Daarvoor gaan we nu de beste route zoeken en uitzetten.’
‘Dit is de eerste keer dat we samen met wetenschappers én ondernemers aan de productie van een gentherapie voor de ziekte van Pompe gaan werken’, vertelt directeur Ellen Sterrenburg van het Prinses Beatrix Spierfonds. Het fonds is afgelopen mei de samenwerking aangegaan met het Erasmus MC en LentiCure. ‘Nadat we vanaf 2019 het wetenschappelijk onderzoek naar deze gentherapie hebben gesubsidieerd, vonden we tegelijk met het Erasmus MC de tijd nu rijp voor een nieuwe stap. We hopen dat met deze eenmalige therapie de oorzaak van de ziekte van Pompe kan worden aangepakt met een langdurig effect, ook op de hersenen. Zodat de achteruitgang écht gestopt kan worden en de ziekte in het meest ideale geval voorkomen kan worden.’
‘Als Erasmus MC willen we de beste zorg voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk maken. Daarom willen we er ook aan bijdragen dat de vinding van Pim Pijnappel en zijn team voor de ziekte van Pompe verder ontwikkeld wordt’, stelt Stefan Sleijfer, voorzitter van de Raad van Bestuur en decaan van het Erasmus MC. ‘Hoe gaaf zou het zijn als mensen met de ziekte van Pompe in plaats van wekelijkse of tweewekelijkse infusen, met één behandeling langdurig geholpen zouden zijn? Dat zou voor de patiënten én voor de zorg veel minder belastend zijn.’
Hoewel het Erasmus MC zo’n therapie nu hoopt te hebben gevonden, moet er nog veel gebeuren voordat die beschikbaar is voor patiënten. ‘Voor dat dure ontwikkelwerk krijgen wij van de overheid niet de middelen en daarom werken we samen met het Spierfonds in LentiCure.’ Voor het Erasmus MC is zo’n oplossing niet ongebruikelijk. ‘We hebben verschillende constructies om onze vindingen zo snel mogelijk en op een veilige manier bij patiënten te krijgen. Ons doel is ook om dat tegen een maatschappelijk verantwoorde prijs te doen.’
Het Spierfonds heeft van tevoren het bedrijfsplan van LentiCure laten toetsen en aan de wetenschappelijke adviesraad ter goedkeuring voorgelegd. Toen alle lichten op groen stonden, is in de oprichtingsstatuten van LentiCure vastgelegd waar die de subsidie aan mag besteden en hoe daarover verantwoording moet worden afgelegd. ‘Naast onze vaste procedures voor wetenschappelijk onderzoek toetsen we in dit geval ook op extra criteria voor productie, veiligheid en regelgeving,’ legt Ellen Sterrenburg uit.
In de rolverdeling die rond LentiCure is afgesproken, gaat het Spierfonds niet alleen als financier optreden, maar ook werken aan het vergroten van het vertrouwen van externe partijen in deze opzet. ‘Wij zijn nog nooit zo hoopvol geweest en zien het als onze taak om deze verwachting te delen met andere Europese spierfondsen. Zodat er nog meer steun komt voor dit initiatief. ’
"De tijd is rijp voor een nieuwe stap – Ellen Sterrenburg"
Als uit het onderzoek bij de eerste patiënten met de ziekte van Pompe blijkt dat de gentherapie werkt, hoopt Pim Pijnappel die ook toe te passen bij twee hersenziekten die veroorzaakt worden door het ontbreken van bepaalde enzymen. ‘Vervolgens kunnen we de therapie waarschijnlijk ook zonder veel aanpassingen bij andere spierziekten inzetten. Door nu te focussen op de ziekte van Pompe hopen we dus een versnelling in de behandeling van meer spierziekten te realiseren.’
Stefan Sleijfer verwacht dat het model van LentiCure bij succes ook in andere universitair medische centra navolging krijgt. ‘We staan er hetzelfde in. We willen allemaal het beste voor de patiënt, maar dat is in deze tijd een flinke uitdaging. Daarom kan ik me voorstellen dat bedrijven als LentiCure nog meer investeerders nodig hebben om ervoor te zorgen dat nieuwe therapieën aan alle kwaliteitseisen voldoen én effectief zijn. Dat onderzoek kost veel geld. Maar ik reken erop dat naast het Spierfonds nog meer partijen en privépersonen bereid zijn hierin te investeren zonder winst te maken.’
Het Spierfonds is in 2020 gestart met het Onderzoeksprogramma Gentherapie. De ontwikkelingen op het gebied van gentherapie gaan razendsnel. Daarom is dit hét moment om deze veelbelovende techniek toe te gaan passen voor mensen met een erfelijke spierziekte. In Nederland, zodat Nederlandse patiënten als eerste profiteren én zodat we grip hebben op de betaalbaarheid van eventuele medicijnen.
Het onderzoeksprogramma is gestart met onderzoek naar drie ziekten: myotone dystrofie, de ziekte van Duchenne en de ziekte van Pompe. Inmiddels lopen er ook onderzoeken naar gentherapie voor FSHD, HMSN, mitochondriële myopathie en nemaline myopathie. De kracht van het onderzoeksprogramma is hiermee verder vergroot. Ook de investering in LentiCure is een belangrijk onderdeel van het programma, om samen met alle partijen te zorgen dat veelbelovende gentherapieën beschikbaar komen voor alle patiënten.
"Een eenmalige behandeling zou voor de patiënten en voor de zorg veel minder belastend zijn – Stefan Sleijfer"
Spierziekten Nederland steunt de start-up LentiCure en draagt op verschillende manieren bij om het initiatief tot een succes te maken. ‘Als patiëntenvereniging vinden we het belangrijk dat er betaalbare medicijnen beschikbaar zijn en komen voor mensen met een spierziekte,’ legt Marcel Timmen van Spierziekten Nederland uit. ‘We zijn al heel lang betrokken bij het traject rond de ontwikkeling van de gentherapie voor de ziekte van Pompe en we hebben ook al een jarenlange band met het Erasmus MC. Samen met het Prinses Beatrix Spierfonds hebben wij ons ook ingezet voor de benoeming van Pim Pijnappel tot bijzonder hoogleraar Cel-gentherapie aan het Erasmus MC. Dat de gentherapie voor Pompe nu door middel van LentiCure tot en met de behandeling in het ziekenhuis via een niet-commerciële route wordt ontwikkeld, is belangrijk. Dit helpt om de therapie uiteindelijk betaalbaar te houden en tegen een maatschappelijk verantwoorde prijs op de markt te brengen. Door deze werkwijze krijg je ook meer transparantie in de kosten.’